Voorgestelde richting nieuw energieakkoord en de kosten daarvan voor de laagste inkomens

Tim Boersma, onderzoeker aan de Columbia University in New York, en Frank van Oort, energieconsultant bij de Wereldbank in Washington, stellen dat er door de aanstaande regering een nieuw energieakkoord kan worden opgesteld voor het jaar 2030. Hieraan zouden naast de regering dezelfde partijen kunnen meewerken als in 2013, toen het huidige energieakkoord werd opgesteld. Boersma en van Oort doen hiervoor een aantal suggesties.

Ten eerste is volgens hen de beste manier om een gedragsverandering richting meer duurzaamheid te bewerkstelligen het verhogen of verlagen van belastingen. Teveel consumeren moet extra worden belast, terwijl efficiëntie juist belastingtechnisch moet worden aangemoedigd.
Ten tweede zouden de aardgasbaten moeten worden geïnvesteerd in een innovatiefonds, waaruit het Nederlandse bedrijfsleven kan putten voor het investeren in en ontwikkelen van duurzame energie- en klimaattechnologiëen.
Ten derde moet de reductie van de uitstoot van broeikasgassen op Europese schaal worden aangepakt. Dit kan door een hogere CO2-belasting in te voeren of het emissiehandelsysteem te hervormen. Verder kunnen er afspraken gemaakt worden over het sluiten van de minst duurzame elektriciteitscentrales.
Ten vierde, dichterbij huis, is een verantwoorde aardgaswinning in Groningen en een fikse financiële genoegdoening voor aangedanen de enige mogelijke optie.
Ten vijfde dienen de oudste twee kolencentrales in Nederland te worden gesloten. De in 2014 nieuw geopende kolencentrales kunnen wel blijven opereren.

De algemene richtlijnen moeten zijn: een toename van innovatie, een vergroening van de economie en een daling van energiebehoeften. De politiek is leidinggevend en het bedrijfsleven en de rest van de cultuur zullen er concrete inhoud aan geven.

Hoewel de bovenstaande richting aansprekend is, zijn er met het huidige klimaatbeleid van de overheid volgens een medio april jl. gepubliceerd onderzoek al de nodige problemen. Het onderzoek heet ‘Wie profiteert er van het klimaatbeleid?’ en is uitgevoerd door onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau CE Delft, in opdracht van de FNV en Milieudefensie.
Het bureau heeft de kosten en belastingen die de Nederlandse overheid vordert op haar burgers om de in het verdrag van Parijs gestelde klimaatdoelen te behalen, onderzocht. Hiervoor hebben ze de bevolking uitgesplitst naar de laagste 10% inkomens, een middengroep die 80% beslaat en 10% hoogste inkomens. Het verdrag van Parijs stelt dat de opwarming van de aarde onder de 2 graden Celcius moet blijven. Hieruit volgt bijna onontkoombaar dat de uitstoot van broeikasgassen drastisch ingeperkt moet worden in de tijdspanne van nu tot 2050.

De resultaten zijn als volgt: de hoogste inkomensgroep van 10% betaalt €1334 per jaar, de middeninkomens betalen €633 per jaar en de laagste inkomens betalen €372 per jaar. 75% van deze kosten komen voort uit de energiebelasting op gas en elektra. Ondanks dat de hoogste inkomens in absolute zin meer betalen, is het verschil in besteedbaar inkomen dermate groot tussen de bovenste en onderste 10%, dat de laatsten relatief veruit het meeste kwijt zijn aan de klimaatdoelen van de overheid.

CE Delft belicht in haar rapport de baten van het beleid eveneens. De baten zijn veelal subsidies voor duurzame projecten van particulieren of bedrijven. De overheid besteedt hier jaarlijks €750 miljoen aan. 80% hiervan belandt bij de hoogste inkomens. Hieruit volgt dat de laagste inkomensgroep niet alleen het meeste kwijt is aan belastingen, maar daarbij het minste terug ontvangt in de vorm van subsidies. De totale kosten van het klimaatbeleid van de overheid is nu €5 miljard.
De grootste batenontvangers zijn overigens bedrijven. Zij ontvangen collectief wel €2 miljard aan subsidies voor bijvoorbeeld het investeren in het opwekken van zonne-energie, windenergie etc..

Het verslag bevat tevens een prognose; de genoemde €5 miljard aan kosten nu, zal de komende jaren fors toenemen naarmate het aantal verduurzamende en broeikasgasreducerende maatregelen die ingestelt worden door de overheid, groeit. Naar verwachting betekent dit een sterke verhoging van de kosten voor de laagste inkomens, zowel in absolute als in relatieve zin. Als de kostenverdeling blijft zoals nu, dan gaat in 2050 waarschijnlijk 17% van het besteedbaar inkomen van de laagste inkomens op aan klimaatbeleid. Het rapport reikt enige oplossingen aan omdat dit kan betekenen dat de laagste inkomens bezwijken onder de belastingdruk. De laagste inkomens zouden bijvoorbeeld ontzien kunnen worden van belastingverhoging op gas en elektra.

 

 

Plaats een reactie